maandag 23 september 2013

Van Papgat naar Papendrecht: niet zo'n groot verschil

Sint-Oedenrode. Rooi. Klompengat. In carnavalstijd het Papgat genoemd. Ik ben er geboren. Bijna opgegroeid in de kerk van het enige geloof in Rooi dat een massa aanhangers had: de RK-kerk. Niet dat mijn familie zo kerkelijk was. Maar ik vond het er wel mooi. Eerst als muzikaal talentje op de blokfluit, ik moet 6 of 7 zijn geweest. Even later als misdienaar en koster. Weer later als akoliet, kerkorganist, muzikant en zanger in het jongerenkoor en vanuit mijn studie als adviseur voor het kerkbestuur. Een overwegend conservatief dorp, ook politiek. Grote Xander van Vessem boezemde respect in, vooral door zijn initiatief met zijn Democratische Groepering Sint-Oedenrode (DGS) en natuurlijk met zijn postuur.

Papendrecht. Voor mij geen bekende bijnamen. Ik woon er nu bijna een jaar. Zie iedere zondag vele Papendrechters naar hun kerk gaan en daarvan zijn er velen, allemaal met hun eigen accent binnen de Christelijke geloofsrichtingen. Ik zie ze stoeien om de kerken en koortjes of andere muzikale omlijstingen in stand te houden. Wereldnieuws is het als één van de organisten op een orgel in Parijs mag spelen voor toeristen. De politiek is ook hier grotendeel conservatief en het gemeentebestuur blinkt uit in degelijkheid. Ook hier boezemt een lokale partij ontzag in en behoort deze al jarenlang tot de grootste partijen van Papendrecht.

Zo op het eerst oog twee totaal verschillende gemeenten. Zeker als je daarbij optelt de verschillen in inwoneraantallen, Papendrecht is bijna twee keer zo groot, en gemeentelijk oppervlak, waarbij het Papgat ruim 6 maal groter is!

Niettegenstaande de verschillen zijn er echter ook grote overeenkomsten. De nuchtere en zelfs wat conservatieve inslag bij de dorpsgenoten. Maar ook de kleuren van de gemeentelijke baniers - blauw en geel- en de drie torens of molens daarin. Ook de samenstelling van de bevolking loopt nagenoeg gelijk op. De arbeidsparticipatie is nagenoeg gelijk. De bouw van de huizen, vooral die uit de jaren '60 en '70, zijn in beide gevallen karakteristiek voor een voormalige groeigemeente. Met bijbehorende bredere straten waarin vaak aan beide kanten geparkeerd kan worden. Ook enkele ondernemingen hebben wel wat van elkaar weg: Ahrend Oda had al een kantoorflat en Fokker moet deze de komende jaren nog krijgen, uiteraard op een plek in het zicht.

Vanaf de eerste dag dag we in Papendrecht zijn komen wonen voelde het goed. Als een thuiskomen na een lange Franse reis. De korte periode in Noord-Holland is al snel vergeten. En als de kinderen dan ook nog hun draai lijken te vinden op de Beatrixschool en De Lage Waard mag ik me eindelijk ook eens in de plaatselijke politiek storten. Iets wat tot nu toe niet mogelijk was in Frankrijk of daarvoor als jurist, beleidsmedewerker en strateeg bij Rijkswaterstaat. Okee, de politieke arena oogt soms wat kneuterig, zoals gemeentepolitiek kan zijn. Maar vaak ook erg boeiend om te zien hoe politiek en bestuur zich staande proberen te houden in het geweld dat vanuit Den Haag of Drechtsteden komt.

Zo bezien zijn het Papgat en Papendrecht voor mij niet zo verschillend. Papendrecht is voor mijzelf eerder een doorgaan waarmee ik in het Papgat ben opgehouden. In 1988 was mijn laatste wapenfeit in Rooi het opstellen van een schaduwrapport voor de toenmalige aanstaande reorganisatie van het ambtelijke apparaat. Het gevolg is geweest dat het rapport van Twijnstra Gudde dat er al lag onderuit gehaald is en overgedaan moest worden. Inmiddels ben ik vanuit een ondersteunende rol voor het PAB, de plaatselijke lokale partij, bezig in enkele interessante dossiers, die eveneens een behoorlijke impact hebben of gaan krijgen. Mijn juridische bijdrage rond Rivierendriesprong is daarbij een goede opwarmer geweest.

Voor mij is het duidelijk: van Papgat naar Papendrecht is op de 25 tussenliggende jaren na niet zo'n groot verschil. Mijn bordje Pap is voorlopig nog niet leeg.














































Geen opmerkingen:

Een reactie posten